2017010520

26 JANUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen

Bron: Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Publicatie: 21 februari 2017

Nummer: 2017010520

bladzijde: 27008

Dossiernummer: 2017-01-26/32

Inwerkingtreding : 21 februari 2018

Erratum :Publicatie van 31 januari 2019, nummer 2019040121, bladzijde 10395 beeld van de officiële publicatie

Deze tekst heeft de volgende teksten gewijzigd:

2002031592 2002031593 1977022408 1999031285 1999031224

4 uitvoeringbesluiten

Inhoudstafel

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebieden
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Verspreiding van versterkt geluid in een inrichting toegankelijk voor publiek
Art. 3-9
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen
Art. 10
HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen
Art. 11
HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai
Art. 12-13
HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder veroorzaakt door de ingedeelde inrichtingen
Art. 14-15
HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en overgangsbepalingen
Art. 16-19
BIJLAGE.
Art. N

Tekst

HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebieden

  Artikel 1. Definities
  § 1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° versterkt geluid : alle modaliteiten voor de emissie van elektronisch versterkte muziek en geluiden, met inbegrip van stemmen, afkomstig van permanente of tijdelijke geluidsbronnen;
  2° inrichting toegankelijk voor publiek : elke permanente of tijdelijke plaats alsook de bijgebouwen ervan, die voor publiek toegankelijk zijn, zelfs indien die uitsluitend toegankelijk zijn voor bepaalde categorieën van personen, al dan niet tegen betaling, zoals evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, danszalen, concertzalen, festivals, tenten, privéclubs, winkels, restaurants, bars, cafés, sportzalen, met inbegrip van inrichtingen in openlucht;
  3° publiek : elke persoon die een inrichting toegankelijk voor publiek betreedt en niet in de hoedanigheid van werknemer op deze plek;
  4° LAeq 15 minuten, glijdend : equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging A, over een periode van 15 minuten glijdend met een stap van 1 seconde;
  5° LCeq 15 minuten, glijdend : equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging C, over een periode van 15 minuten glijdend met een stap van 1 seconde;
  6° LAeq 60 minuten, glijdend : equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging A, over een periode van 60 minuten glijdend met een stap van 1 seconde;
  7° LCeq 60 minuten, glijdend : equivalent geluidsdrukniveau gemeten met frequentieweging C, over een periode van 60 minuten glijdend met een stap van 1 seconde;
  8° met het toezicht belast personeelslid : personeelslid aangeduid krachtens artikel 5 van de ordonnantie van 25 maart 1999 houdende het Wetboek van inspectie, preventie, vaststelling en bestraffing van milieumisdrijven, en milieuaansprakelijkheid;
  9° geluidsexpert : natuurlijke of rechtspersoon wiens bevoegdheid op het vlak van akoestiek erkend is door de milieuwetgeving in minstens een van de drie gewesten van het land;
  10° rustzone : ruimte in de inrichting toegankelijk voor publiek waarin het equivalent geluidsdrukniveau LAeq,15 minuten, glijdend niet hoger dan 85 dB(A) mag zijn, als dusdanig aangeduid en gratis toegankelijk voor publiek, en waarvan de oppervlakte minimum 10 % bedraagt van de voor het publiek toegankelijke oppervlakte van de inrichting toegankelijk voor publiek;
  11° luidspreker : elk instrument dat het mogelijk maakt om versterkt geluid te verspreiden;
  12° aangifte : een aangifte in de zin van de artikelen 66 tot 69 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  13° Instituut : het Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;
  14° Minister : de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu.
  § 2. De definities opgenomen in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 tot vaststelling van de controlemethode en omstandigheden voor geluidsmetingen zijn van toepassing op de technische termen die in dit besluit worden gebruikt.

  Art. 2. Toepassingsgebied
  § 1. Dit besluit strekt ertoe de emissies van versterkt geluid in de inrichtingen toegankelijk voor publiek te beperken om het publiek te beschermen tegen de hinder die krachtig versterkt geluid kan teweegbrengen.
  § 2. Onverminderd de normen vastgelegd in de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai en betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen of de voorwaarden vastgelegd door de milieuvergunning betreffende de inrichting toegankelijk voor publiek, zijn de waarden en voorwaarden ingesteld door de artikelen 3 tot 5 van toepassing op de inrichtingen toegankelijk voor publiek die op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn.

  HOOFDSTUK II. - Verspreiding van versterkt geluid in een inrichting toegankelijk voor publiek

  Art. 3. § 1. Het equivalent geluidsdrukniveau LAeq, 15 minuten, glijdend, mag 85 dB(A) niet overschrijden in inrichtingen toegankelijk voor publiek waar versterkt geluid verspreid wordt.
  § 2. De inrichtingen die dit niveau strikt naleven, mogen van een aangepast pictogram gebruikmaken.

  Art. 4. § 1. In afwijking van artikel 3, mogen de equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 15 minuten, glijdend, en LCeq, 15 minuten, glijdend, die in een inrichting toegankelijk voor publiek gemeten worden, maximaal een niveau van respectievelijk 95 dB(A) en 110 dB(C) bereiken voor zover de uitbater van de inrichting toegankelijk voor publiek waar versterkt geluid verspreid wordt de volgende voorwaarden naleeft :
  a)het publiek meedelen dat het zich bevindt in een omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt en dit door middel van een aangepast pictogram;
  b) een display plaatsen van de geluidsniveaus voor elke zaal of elk podium waar versterkt geluid verspreid wordt.
  1° Behalve wanneer anders aangegeven in de milieuvergunning, bevindt de microfoon zich tussenhet publiek en in het midden tussen de belangrijkste luidsprekers, in voorkomend geval, aan de mengtafel. Indien om organisatorische redenen of veiligheidsredenen voor het materiaal de microfoon niet op deze plaats gezet kan worden, zal er op de weergegeven en geregistreerde metingen een correctie worden toegepast. De microfoon zal zo geplaatst worden dathet publiek hem niet kan aanraken. De microfoon wordt hoe dan ook zo geplaatst dat het verkrijgen van een representatieve meting van het geluidsniveau waaraanhet publiek wordt blootgesteld verzekerd is;
  2° de microfoon wordt op een hoogte van tussen de 1,20 m en de 5 m boven de vloer geplaatst en indien mogelijk op minimaal 1 m afstand van de zijwanden, van het plafond en van iedere luidspreker;
  3° de microfoon wordt bij de installatie en nadien elk jaar geijkt. De bewijzen van ijking worden ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten;
  4° de microfoon is toegankelijk voor de met het toezicht belaste personeelsleden en voor de Politiediensten.
  c) onverminderd b), heeft in het geval dat de inrichting toegankelijk voor publiek overeenstemt met de definitie "andere inrichting toegankelijk voor publiek" beoogd in rubriek 135C van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de display beoogd in b) een registratiefunctie. Een samenvattende beschrijving van de manier waarop de in het geheugen opgeslagen informatie opgevraagd kan worden, wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten.
  § 2. Betreffende de inrichtingen toegankelijk voor publiek die overeenstemmen met de definitie "andere inrichting toegankelijk voor publiek" bedoeld in rubriek 135C van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, vangt de registratie aan na 00u00 u zodra de inrichting toegankelijk voor publiek versterkt geluid verspreidt en erhet publiek aanwezig is. Ze kan onderbroken worden wanneer de verspreiding van het versterkte geluid definitief stopgezet wordt of als publiek niet meer in de voor publiek toegankelijke inrichting aanwezig is of na 7 u. De registratie duurt minimum 60 minuten.
  § 3. Betreffende de inrichtingen toegankelijk voor publiek die overeenstemmen met de definitie "andere inrichting toegankelijk voor publiek" bedoeld in rubriek 135C van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, worden de in artikel 4, § 1 vermelde voorwaarden, exploitatievoorwaarden.

  Art. 5. § 1. In afwijking van artikel 3, mogen de equivalente geluidsdrukniveaus LAeq, 60 minuten, glijdend, en LCeq, 60 minuten, glijdend, die in een inrichting toegankelijk voor publiek gemeten worden, maximaal een niveau van respectievelijk 100 dB(A) en 115 dB(C) bereiken voor zover de uitbater van de inrichting toegankelijk voor publiek waar versterkt geluid verspreid wordt de volgende voorwaarden naleeft :
  a)het publiek meedelen dat het zich bevindt in een omgeving met een hoog geluidsniveau, wat een risico op tijdelijke of blijvende gehoorschade vormt en dit door middel van een aangepast pictogram;
  b) een registreertoestel met display plaatsen voor elk van de zalen of podia waar versterkt geluid verspreid wordt overeenkomstig artikel 4, § 1, b) en c) onder toezicht van de aangestelde referentiepersoon in punt e) of van een geluidsexpert;
  c) aanhet publiek een systeem voor gehoorbescherming van het type oordoppen aanbieden, met CE-markering, gratis of tegen een prijs die niet hoger ligt dan de aankoopprijs door de uitbater van de inrichting toegankelijk voor publiek;
  d) beschikken over minstens een rustzone;
  e) een referentiepersoon aanduiden die belast is met de opvolging van de naleving van de wetgeving op het gebied van de verspreide geluidsniveaus en die een opleiding in verband met versterkt geluid gevolgd heeft, die een professionele gehoortest heeft afgelegd en die zal waken over de beste configuratie van het geluidssysteem om een minimale impact van de activiteit van verspreiding van versterkt geluid op het leefmilieu te garanderen. Deze informatie wordt ter beschikking gesteld van de met het toezicht belaste personeelsleden en van de Politiediensten.
  § 2. De registratie vangt aan vanaf het moment dat de inrichting toegankelijk voor publiek versterkt geluid verspreidt en dathet publiek er aanwezig is. De registratie stopt wanneer de verspreiding van het versterkte geluid definitief wordt stopgezet of alshet publiek niet meer in de inrichting toegankelijk voor publiek aanwezig is. De registratie duurt minimum 60 minuten.
  § 3. Betreffende de inrichtingen toegankelijk voor publiek die overeenstemmen met de definitie "andere inrichting toegankelijk voor publiek" bedoeld in rubriek 135C van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, worden de in artikel 5, § 1 vermelde voorwaarden, exploitatievoorwaarden.

  Art. 6. Maatregelen voor de equivalente geluidsdrukniveaus bij een controle
  De equivalente geluidsdrukniveaus worden gemeten voor een duur gelijk aan de duur van de normen ingesteld door de artikelen 3 tot 5, op om het even welk moment en op gelijk welke plek van de inrichting toegankelijk voor publiek waarhet publiek zich normaal kan bevinden, op een hoogte boven de vloer tussen 1,20 m en 1,50 m.

  Art. 7. Inhoud van de milieuvergunningsaanvraag betreffende rubriek 135 van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen
  § 1. Een formulier in overeenstemming met het model opgenomen in bijlage wordt toegevoegd aan elke milieuvergunningsaanvraag betreffende de inrichtingen opgenomen in rubriek 135 van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in uitvoering van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen. De uitbater vermeldt er de uren op wanneer versterkt geluid in zijn inrichting verspreidt wordt, alsmede de maximale geluidsniveaus (LAeq, 15/60minuten, glijdend) die hij beslist na te leven en waardoor, zonder betwisting, de voorwaarden vastgesteld kunnen worden die op hem van toepassing zijn.
  § 2. De gemeenten kunnen een elektronisch aangiftesysteem invoeren en in voorkomend geval kan de aangifte via elektronische weg verzonden worden.

  Art. 8. Het Instituut kan de plaatselijke besturen en de uitbaters van de inrichtingen toegankelijk voor publiek bijstaan bij de uitvoering van de verplichtingen die door onderhavig besluit bepaald worden, voornamelijk door elke maatregel te organiseren die hen moet informeren en die hen moet helpen bij de aankoop van het materiaal dat door onderhavig besluit opgelegd wordt.

  Art. 9. De Minister bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van de artikelen 3, 4 en 5 omtrent de vorm van het pictogram, de technische voorschriften van toepassing op de display en op het registreertoestel met display, de inhoud en de modaliteiten van de opleiding en de modaliteiten van de gehoortest van de referentiepersoon.
  De opleiding wordt georganiseerd door het Instituut.
  Ze omvat :
  - noties van akoestiek, met inbegrip van de beheersing van de apparaten voor het beheer van de geluidsniveaus,
  - een sensibilisering voor de gezondheidsaspecten gelinkt aan de blootstelling aan geluid, onder meer de notie van geluidsdosis, de gezondheidsrisico's en de schaal van decibels;
  - een initiatie van de verstaanbaarheid van het geluid.

  HOOFDSTUK III. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen

  Art. 10. In de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° rubriek 134 wordt ingetrokken;
  2° rubriek 135 wordt vervangen door de volgende rubriek :
  

  
a) Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale oppervlakte van meer dan 200 m2 en die een totale capaciteit hebben van 3000 personen of minder.2
b) Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale capaciteit van meer dan 3000 personen.1B
c) Andere inrichting toegankelijk voor publiek, ongeacht de toegangsvoorwaarden, die zijn ingericht of uitgerust met een permanente of tijdelijke installatie voor het verspreiden van versterkt geluid, waarvan de uren waarop het geluid wordt verspreid volledig of gedeeltelijk liggen tussen 00.00 uur en 07.00 uur.3


HOOFDSTUK IV. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen

  Art. 11. Rubriek 134 van bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen wordt opgeheven.
  Rubriek 135 van bijlage I van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen wordt vervangen door hetgeen volgt :
  

  

135a) Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale oppervlakte van meer dan 200 m2 en die een totale capaciteit hebben van 3000 personen of minder.2Zaal voor vertoningen
 b) Evenementenzalen, bioscoopcomplexen, theaters, opera's, muziekhallen, feestzalen, discotheken, concertzalen met een totale capaciteit van meer dan 3000 personen.1BZaal voor vertoningen


HOOFDSTUK V. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai

  Art. 12. In artikel 2, paragraaf 1, 5°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai, wordt het 9de streepje vervangen door hetgeen volgt :
  " - de activiteiten uitgeoefend op de openbare weg zonder verspreiding van versterkt geluid in de zin van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen".

  Art. 13. Een artikel 6ter wordt ingevoerd in hetzelfde besluit dat luidt als volgt :
  " § 1. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijk inrichtingen, kan de burgemeester, aan de hand van een gemotiveerde beslissing, een tijdelijke afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in artikelen 4 en 5 van dit besluit, toestaan voor evenementen die in openlucht of in een tent georganiseerd worden.
  Alvorens een beslissing te nemen, vraagt de burgemeester het advies van de naburige gemeenten die door de het lawaai van het openluchtevenement getroffen kunnen worden.
  Om ontvankelijk te zijn, wordt de aanvraag voor een afwijking minimum 60 dagen vóór de datum van het evenement ingediend.
  De burgemeester stuurt zijn beslissing naar de organisator van het evenement ten laatste 45 dagen na de ontvangst van diens aanvraag.
  Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn bedoeld in het voorgaande lid, wordt ze ongunstig geacht te zijn.
  § 2. De afwijking kan vergezeld gaan van tijdelijke en/of geografische voorwaarden.
  De toekenning of de weigering van de afwijking wordt door de organisator in de omgeving van de openluchtsite waar het evenement plaatsgrijpt, aangebracht.
  § 3. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, wordt elk jaar van 21 juli 's middags tot 22 juli 's middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur op automatische wijze een afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in de artikelen 4 en 5 van dit besluit, aan elke inrichting toegankelijk voor publiek toegestaan. ".

  HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder veroorzaakt door de ingedeelde inrichtingen

  Art. 14. In artikel 1, 1ste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder veroorzaakt door de ingedeelde inrichtingen, worden de woorden "en van evenementen in openlucht ingedeeld in de zin van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen" opgeheven.

  Art. 15. Er wordt een artikel 4bis ingevoegd in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder veroorzaakt door de ingedeelde inrichtingen. Dit wordt als volgt opgesteld :
  " § 1. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, kan de burgemeester, aan de hand van een gemotiveerde beslissing, een tijdelijke afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in artikel 4 van dit besluit, toestaan voor evenementen die in openlucht of in een tent georganiseerd worden.
  Alvorens een beslissing te nemen, vraagt de burgemeester het advies van de naburige gemeenten die door de het lawaai van het openluchtevenement getroffen kunnen worden.
  Om ontvankelijk te zijn, wordt de aanvraag voor een afwijking minimum 60 dagen vóór de datum van het evenement ingediend.
  De burgemeester stuurt zijn beslissing naar de organisator van het evenement ten laatste 45 dagen na de ontvangst van diens aanvraag.
  Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn bedoeld in het voorgaande lid, wordt ze ongunstig geacht te zijn.
  § 2. De afwijking kan vergezeld gaan van tijdelijke en/of geografische voorwaarden.
  De toekenning of de weigering van de afwijking wordt door de organisator in de omgeving van de openluchtsite waar het evenement plaatsgrijpt, aangeplakt.
  § 3. Onverminderd de toepassing van de voorwaarden bepaald in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 januari 2017 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verspreiden van versterkt geluid in voor publiek toegankelijke inrichtingen, wordt elk jaar van 21 juli 's middags tot 22 juli 's middags en van 31 december om 18 uur tot 1 januari om 8 uur op automatische wijze een afwijking op de geluidsnormen, opgenomen in het artikel 4 van dit besluit, aan elke inrichting toegankelijk voor publiek toegestaan. ".

  HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en overgangsbepalingen

  Art. 16. De Regering zal de toepassing van onderhavig besluit binnen de 3 jaar van zijn inwerkingtreding samen met het Instituut en de gemeenten evalueren.

  Art. 17. Het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen wordt bij de inwerkingtreding van onderhavig besluit opgeheven.

  Art. 18. Onderhavig besluit treedt in werking een jaar nadat het in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd is.

  Art. 19. De Minister wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

  BIJLAGE.

  Art. N. Model van formulier toe te voegen aan elke milieuvergunningsaanvraag met betrekking tot inrichtingen opgenomen in de rubriek 135 van de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de lijst met inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III in toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen
  

  

Uurroosters van de verspreiding van versterkt geluid
Gevraagde equivalente geluidsniveaus (Aanvinken)  
 LAeq 15 minuten, glijdend < 85dB(A)  
 85dB(A)< LAeq 15 minuten, glijdend < 95dB(A)
  EN
  100dB(C)< LCeq 15 minuten, glijdend < 110dB(C)
 
 95dB(A)< LAeq 60 minuten, glijdend < 100dB(A)
  EN
  110dB(C)< LCeq 60 minuten, glijdend < 115dB(C)


Handtekening

   Brussel, 26 januari 2017.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
R. VERVOORT
De Minister van Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie,
C. FREMAULT

Aanhef

   De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
   Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, de artikelen 4, derde lid [, 6,] 9, § 1, 10 tweede lid en 13, § 1; (Erratum van 31-01-2019, p. 10395)
   Gelet op de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, de artikelen 9 en 13;
   Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bekrachtigd bij wet van 16 juni 1989 artikel 3, § 3;
   Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen;
   Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III;
   Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 1999 tot verplichting van het inwinnen van het advies van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor bepaalde ingedeelde inrichtingen;
   Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen het buurtlawaai;
   Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 november 2002 betreffende de strijd tegen de geluids- en trillingenhinder voortgebracht door de ingedeelde inrichtingen;
   Gelet op het plan betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving aangenomen door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 1 april 2009 en in het bijzonder voorschrift 31;
   Gelet op de "gendertest" van 26 oktober 2015, zoals vereist door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende uitvoering van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
   Gelet op het advies nr.2016-03-09/03 van de Raad voor het Leefmilieu van 9/03/2016;
   Gelet op het advies nr.A-2016-018 van de Economische en Sociale Raad van 17/03/2016;
   Gelet op advies nr. 60.405/1 van de Raad van State, gegeven op 6 december 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
   Overwegende dat de geluidsoverlast een grote bezorgdheid is voor de bevolking, wat ook aangetoond wordt door het stijgend aantal klachten dat hieromtrent ingediend wordt bij het Instituut;
   Overwegende dat het tevens gaat om de volksgezondheid, aangezien het luisteren naar versterkt geluid op een hoog niveau onherstelbare schade aan het gehoor kan aanbrengen;
   Overwegende dat de materie momenteel valt onder het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen; dat dit koninklijk besluit echter miskend is door de inrichtingen waarop het van toepassing is, en overigens achterhaald is door de evolutie van het type van uitgezonden geluid (groter niveau van bassen);
   Overwegende dat behalve een update van de reglementering in termen van uitzending van geluidsniveaus, dit besluit preventie- en informatiemaatregelen voorziet naar het publiek toe;
   Op voorstel van de Minister belast met Leefmilieu;
   Na beraadslaging,
   Besluit :

Wijziging(en)